-
1 gietbui
averse, giboulée -
2 stortbui
averse, giboulée -
3 bui
♦voorbeelden:schuilen voor een bui • s'abriter d'une averseeen kwaaie bui hebben • être de mauvaise humeursoms heeft hij van die buien • il a parfois des sautes d'humeur -
4 afkerig
♦voorbeelden:1 afkerig zijn van geweld • abhor/loathe violenceniet afkerig zijn van iets • not be averse to something -
5 wars
-
6 afkerig
adj. averse, loath, reluctant, unwilling--------adv. aversely; reluctantly -
7 bui
-
8 regenbui
vaverse f -
9 stortbui
vaverse f -
10 afdrijven
1 [uit de koers drijven] dériver2 [wegdrijven] passer♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door drijven verwijderen] chasser2 [medisch] expulser♦voorbeelden: -
11 afwachten
1 attendre♦voorbeelden:een afwachtende houding aannemen • voir venir (les événements)afwachtende politiek • politique attentisteeen nadere verklaring afwachten • attendre une explication plus précisewe moeten maar afwachten • il faut voir venir -
12 de bui afwachten
de bui afwachten -
13 de bui drijft af
de bui drijft af -
14 de regen is nu op zijn ergst
de regen is nu op zijn ergst -
15 een zware bui
een zware bui -
16 erg
erg1〈 het〉♦voorbeelden:¶ erg in iets krijgen • se rendre compte de qc.ik deed het zonder erg • je n'y entendais pas maliceergens geen erg in hebben • ne pas se rendre compte de qc.————————erg21 [onaangenaam] mauvais2 [te betreuren; slecht] grave3 [hevig] très4 [zorgelijk] mal♦voorbeelden:en wat erger is • et qui pis esthet erger maken dan het is • exagérer qc.wat erg! • quel malheur!op het ergste voorbereid zijn • être préparé au pirehet ergste hebben we gehad • 〈 handeling〉 le plus fort est fait; 〈 toestand〉 le plus terrible est passé2 dit is erg, maar dat is nog erger • c'est grave, mais ça c'est pireiets erg vinden • être désolé de qc.als u het niet erg vindt • si cela ne vous dérange paszijn ergste vijand • son pire ennemide regen is nu op zijn ergst • nous sommes au plus fort de l'aversehet wordt steeds erger met hem • il va de plus en plus malII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 erg op iets (gesteld) zijn • tenir beaucoup à qc.niet erg waarschijnlijk • peu probable -
17 gietbui
-
18 hagelbui
♦voorbeelden: -
19 kletsbui
-
20 onweersbui
- 1
- 2
См. также в других словарях:
averse — [ avɛrs ] n. f. • 1688 averse d eau; de pleuvoir à la verse (1642) → verse ♦ Pluie soudaine et abondante. ⇒ grain, ondée; fam. douche, sauce, saucée; région. drache. Essuyer, recevoir une averse. Averse orageuse. Averse de printemps. ⇒ giboulée.… … Encyclopédie Universelle
Averse — A*verse , a. [L. aversus, p. p. of avertere. See {Avert}.] 1. Turned away or backward. [Obs.] [1913 Webster] The tracks averse a lying notice gave, And led the searcher backward from the cave. Dryden. [1913 Webster] 2. Having a repugnance or… … The Collaborative International Dictionary of English
averse to — having a clear dislike of (something) : strongly opposed to (something) He seems to be averse to exercise. No one is more averse to borrowing money than he is. often used in negative statements She is not averse to taking chances. [=she is willi … Useful english dictionary
averse — averse·ly; averse·ness; averse; … English syllables
averse — ► ADJECTIVE (averse to) ▪ strongly disliking or opposed to. USAGE On the confusion of averse and adverse, see ADVERSE(Cf. ↑adversely). ORIGIN from Latin avertere (see AVERT(Cf. ↑ … English terms dictionary
averse — AVERSE. sub. fém. Pluie subite et abondante. Nous essuyâmes unc averse. Il est familier. ⁶erse. Voy. Verse … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
Averse — A*verse , v. t. & i. To turn away. [Obs.] B. Jonson. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
averse — I adjective adverse, alienus, antagonistic, antipathetic, aversus, disinclined, disliking, hostile, indisposed, inimical, loath, opposed, reluctant, repelled, repugnant, revolted, undesirous, unfavorable, unwilling II index antipathetic … Law dictionary
averse — (adj.) mid 15c., turned away in mind or feeling, from O.Fr. avers and directly from L. aversus turned away, turned back, pp. of avertere (see AVERT (Cf. avert)). Originally and usually in English in the mental sense, while avert is used in a… … Etymology dictionary
averse — 1 *disinclined, indisposed, loath, reluctant, hesitant Analogous words: recoiling, shrinking, flinching, quailing (see RECOIL vb): uncongenial, unsympathetic (see INCONSONANT): balky, *contrary, perverse Antonyms: avid (of or for): athirst (for) … New Dictionary of Synonyms
averse — [adj] opposing afraid, allergic, antagonistic, antipathetic, contrary, disinclined, disliking, having no use for*, hesitant, hostile, ill disposed, indisposed, inimical, loath, nasty, perverse, reluctant, uneager, unfavorable, unfriendly,… … New thesaurus